dinsdag 16 april 2019

Over identiteit en de fascinatie voor het ‘foute’......

Identiteit is toch eigenlijk een van de moeilijkste begrippen in bestaan. Esther van Fenema en Theodor Holman hebben het erover in Cafe Weltschmerz (Onderaan)
 
Hoewel het woord aan de lopende band wordt gebruikt, voornamelijk door rechts en extreemrechtse figuren en partijen, maar is het feitelijk wel een politiek issue?
In sociale politieke context heeft identiteit een simpele betekenis, in religieuze context en meer spirituele context krijgt het een meer 'beladen' betekenis. (Heeft identiteit een "ziel"?)

Theodor Holman noemt de betekenis van identiteit binnen een massa, een 'massa-identiteit' heeft betekenis voor het individu, die graag wil opgaan in een groter geheel om zijn eigen isolement te doorbreken. Daartoe behoren natuurlijk alle vormen van nationalisme, de kern van elk nationalisme is een vorm van verzet - het zet zich af tegen andere culturen, die bij 'ander volk' behoren.
Dit alles is misschien interessant voor mensen zoals Geert Wilders en de groeiende fanatieke groep racistisch getinte mensen.

Interessanter is de vraag naar de 'geestelijke waarde' van zogeheten identiteit.
Identiteit is immers een zeer vreemd iets, elk mens bestaat in zichzelf uit talloze brokstukjes, elke ervaring, herinnering, elke gedachte, elke 'toegevoegde waarde' - kunnen nauwelijks een daadwerkelijke eenheid vormen. Een mens kan niet anders dan 'in zichzelf' volledig zijn verbrokkeld en verdeelt. De mens is daarom inherent tegenstrijdig. Ondanks identiteit lijkt te suggereren dat het gaat om een individu die volledig coherent (samenhangend) in elkaar zit.

Jiddu Krishnamurti heeft het over collecties, de mens is continue dingen aan het collecteren, aan het verzamelen, elke dag doet een mens wel talloze indrukken op, die blijven niet alle hangen - bepaalde indrukken vormen herinneringen, of voegen iets toe aan reeds eigen gemaakte waarden. Vanaf de jongste leeftijd zijn mensen aan het verzamelen, ze verzamelen geen fysieke dingen (alleen) maar ook indrukken, culturele overnames en waarden, tradities van lang geleden, al deze brokken verzamelen zich tot herinneringen, tot heugenis. Je móet je wel afvragen, hoe je daar een identiteit aan ontleent?

Het bestaan gaan echter heel vanzelfsprekend, de menselijke hersenen lijken er helemaal in thuis, om indrukken te verzamelen, hoewel er een hoop strijdigheden en tegenstellingen worden opgeslagen, trachten hersenen dat schijnbaar onbewust te ordenen op een manier, die samenhangend lijkt, coherent, en voor je het beseft ben je een "persoon". Als je jezelf echter als persoon ontleedt, als je dit al doet - valt deze complete samenhang weg, je bent het eindresultaat, ja van wát eigenlijk?

Een opvallende vraag is, waarom het eigenlijk zo is, dat bepaalde indrukken en waarden bij een mens er zoveel toe doen, terwijl andere indrukken en waarden er minder toe doen?
Welke factor heeft erover beslist dat bepaalde zaken 'tellen' en andere zaken niet?

Keer je terug naar de jarenlange verzameling aan indrukken, wat je kunt vergelijken met het inrichten van een huis: In aanvang heb je een 'leeg' huis, maar geleidelijk ga je het huis inrichten, naast noodzakelijkheden zoals voorzieningen voor water stroom en verwarming, verzamel je tal van spulletjes, dingetjes, prulletjes (beeldjes kannetjes tafeltjes lampjes et cetera) : daarnaast maken 'levende spullen' deel uit van 'je huis', gezin vrienden, huisdier, en de inrichting van je tuin. Zo verzamelt je geest talloze 'curiositeiten', het wordt een deel van jouw.

Dat warrige en chaotische dat je geest eigenlijk heeft gevormd, is door je brein gerangschikt tot een overzichtelijk iets, wat de illusie geeft van een identiteit: een heelheid.

Wanneer je beseft door hoeveel toevalligheden je leven tevens wordt gevormd, vanaf je geboorte, je hebt bv. je ouders en specifieke land niet bewust gekozen, maar je wordt -onzichtbaar- déél van opvoeding en tradities van dat land. Zonder identificatie met wat dan ook, had zich nooit een ego in jezelf gevormd, een vaste kern.

Slotsom: Identiteit kun je ontrafelen tot een besef, dat er nauwelijks een 'jij' aan te pas is gekomen, dat het bewust heeft doen ontstaan, het is de verzameling van allerlei, opvoeding, cultuur, culturele waardes (en dwaasheden) en de constante vereenzelviging daarmee. Tevens je vereenzelviging met gedachtes en ideeën, die ergens rondwaren.

Wij geloven ons echter in een realiteit, die wij vol bewust zélf hebben gecreëerd en gestuurd, alsof een mens bij wijze van spreken zijn eigen leed heeft verkozen - we praten vaak van schuld en geen schuld. Of je meent achteraf dat je dit of dat niet zus of zo had moeten doen, alsof je zoveel kunt bijsturen/recht buigen of überhaupt sturen. Terwijl je bestaan doorgaans als een schip op het water meezeilt met de toevallige richting van de wind.

Identiteit zegt 'mij' niks. Ik beschouw het eerder als een ernstig ongeluk, want wanneer bestaan verstart in een vaststaande identiteit, kun je nauwelijks of niks meer wezenlijk veranderen. Nietmaals ten goede voor jezelf. (Daarom hebben mensen zulk een uitgebreide spirituele agenda, om de eigenlijke wanhoop tegen te gaan.)
Iedereen zit opgesloten in zijn eigen -kern-
Tegelijk wil men daaruit breken. Men voelt deze kern als een onderdrukking en een benauwenis,
nondualisten doen niets anders:

Boeddha noemde het de "4 edele waarheden"
  • De eerste waarheid: Er is lijden
  • De tweede waarheid: Het lijden heeft een oorzaak
  • De derde waarheid: De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden
  • De vierde waarheid: Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd


  • Het uittreden uit het gescheiden zijn - het ego - en het opgaan in het 'universeel',
    een andere vorm daartoe is het opgaan in een groep.
    Een nationalistische beweging, of een favoriete voetbalclub.

    Enerzijds willen mensen verzamelen en verzamelen, hun egogebied uitbreiden, ook naar buiten toe (meer geld meer luxe meer bezit) : anderzijds willen ze hun isolerende ego overstijgen of ontstijgen.

    Hieronder het gesprek (wat losstaat van mijn bewoording) :
     

     

    vrijdag 12 april 2019

    'We mogen alles met dieren doen zo lang ze maar niet lijden'

    "Ik zie geen enkele reden om een wezenlijk onderscheid te maken tussen mens en dier", zegt Frank Ankersmit, emeritus-hoogleraar intellectuele geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. 
    "Natuurlijk zijn er verschillen tussen mensen en dieren. Maar die verschillen zijn minimaal: ons DNA is voor 99 procent of meer hetzelfde als dat van dieren. Het lijkt me daarom volstrekt logisch dat wij dieren behandelen zoals wij zelf behandeld willen worden. Filosoof Leibniz stelde dit al in de zeventiende eeuw. Hij wees erop dat elk stapje in de evolutie een volgend punt is op dezelfde lijn. Vanwege die continuïteit tussen mens en dier is het volkomen onredelijk om een hond te behandelen op een manier waarop je zelf niet behandeld wilt worden. Wij verschillen zo ontzettend weinig van elkaar."
    Lijden
    "Er zijn heus wel criteria te bedenken waarmee je het onderscheid tussen mens en dier hard kunt maken", reageert Bas Haring, filosoof en bijzonder hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden. "Verstandig nadenken bijvoorbeeld, of het gebruik van taal. Daar zijn wij echt een stuk beter in dan andere organismen. Bij de vraag hoe om te gaan met dieren hanteer ik het denken van Peter Singer, een Australische hoogleraar ethiek. Hij stelt het lijden centraal. Dieren kunnen lijden, net als wij, en dat moeten we te allen tijde zien te voorkomen. Het dierenleed dat we nu zien in de bio-industrie is dus problematisch. Vee afmaken dat een fijn leven heeft gehad en pijnloos wordt afgemaakt, is dat niet."
    Ankersmit: De Pools-Britse filosoof en socioloog Zygmunt Bauman vergeleek onze industriële omgang met dieren met de massamoord op de Joden, vanwege het afgrijselijke lot en lijden dat daarmee gepaard gaat. Een heftige uitspraak, maar ik sluit mij erbij aan. Ik vind de bio-industrie vergelijkbaar met een concentratiekamp. Let wel, ik vergelijk Joden uiteraard allerminst met dieren. Het gaat mij erom dat wij net zoals wij andere mensen nooit mogen mishandelen, wij dat bij dieren ook sterk moeten afkeuren. Dat gebeurt nu niet: wij accepteren dat dagelijks duizenden dieren worden mishandeld op een zo efficiënt mogelijke manier."
    Bron en volledige tekst (Trouw)

    Haring gelooft in de mythe dat dieren pijnloos kunnen worden afgemaakt, en geeft als belangrijkste reden van verschil mens en dier, dat mensen in tegenstelling tot dieren een 'besef hebben van wat hun te wachten staat'. En dat het afmaken van dieren (let specifiek op dit woord) niet erg is als dieren een fijn leven hebben gehad. Het valt te betwijfelen dat dieren geen weet hebben van wat hun wacht. Op het moment ze bij elkaar worden gedreven en naar slachthuizen vervoerd ruiken ze reeds hun dood, laat staan als ze in het bloed van hun mede soortgenoten staan.

    Elk dier ervaart doodsangst, dat is reeds aangeboren vanaf de vroege evolutie, het aanvoelen van gevaar en het instinctieve vluchten voor gevaar als doodsangst dragen en droegen bij aan hun overleven.
    Het is nonsens dat een dier 'niks weet'.

    (Vergelijk Joden, afgezien van wat Ankersmit al opmerkt, wisten Joden ook vaak niet wat hun wachtte, het naziregime verspreidde bij opzet leugens om juist paniek onder de Joodse mensen te vermijden.)

    Ankersmit besluit:
    "Ik heb in principe ook niets tegen het opeten van dieren. Maar mensen behandelen dieren, die biologisch gezien nauwelijks verschillen van onszelf, op een manier waarop we zelf nooit behandeld willen worden. Wij zijn iets verschrikkelijks. Laat ik het maar zeggen: dieren zijn mij liever dan mensen."   

    maandag 8 april 2019

    "Time to Evolve"

    "The animals of the world exist for their own reasons.
    They were not made for humans any more than black people were made for white,
    or women created for men."

     ― Alice Walker



     
     

    'Als Leven Geen Betekenis meer heeft'

     

    vrijdag 5 april 2019

    'Mens als centrum'

    Op Internet kom je stukken tegen, van mensen die menen dat ze intellectueel heel wat hebben te melden, maar wat blijft hangen zijn slechts wat 'armzalige zinnen'. Het ene deel zegt: De mens staat in het centrum van alles. Het andere deel 'dieren zijn om op te eten'. Bij de zinsnede 'dieren zijn om op te eten' heb ik al meteen het overweldigend gevoel van, met zulk soort mensen kun je niet eens een aanvang van een redelijk gesprek voeren. Laat staan dat je ergens druk om maakt wat zo iemand allemaal beweert.

    Een kennis van mij (nu ja, veel echte overeenkomsten hebben we niet) meende dat een statement van hem jegens mij veelzeggend was, als een soort excuses of verontschuldiging, eigenlijk weet ik het vaak niet als mensen iets zeggen - ze hoeven van mij namelijk niets te doen of te laten - Maar we hadden het over dieren en vlees eten. Ik stelde hem een directe vraag, 'vind je het goed dat dieren sterven om jouw vleesbehoefte' waarop hij antwoordde 'ja'. Misschien kwam het door zijn eigen afkomst van boeren. Maar ik vond zijn 'ja' snel en betekenisloos. Heb je het dan over iemand die echt bewogen nadenkt over dierenleed, of over een algemeen sociale acceptatie, meer een collectieve overeenkomst dat dieren mogen sterven om mensen te voorzien van vlees?

    Ik hou niet van massamensen. In het non/dualisme streeft men telkens naar het afzien van het zogeheten 'ego', maar de betekenis van ego is juist heel veelzeggend. Ware individualiteit begint bij het jezelf losmaken van "schapengedrag" - het besef dat je geen onderdeel bent van een collectief soort brein, dat per land wordt geprogrammeerd aan de hand van voorouders tradities en gewoontes. Het 'ego' bestaat in eerste plaats al niet, dat wil zeggen als je de term bedoelt voor een vorm van 'unieke eigenheid'. Ik zie geen enkel heil in het non/dualisme, eerder in een wáár dualisme. Voortdurend krijgen we de leuzen te horen over universaliteit en eenheid (en iedereen gelijk, waar het op neerkomt.) Terwijl alle echte grote en mooie en zinvolle mensen, juist zeer egocentrische mensen waren, die daardoor een belangrijke ontdekking of verandering brachten in het geheel.

    Maar nu even terug want ik dwaal helemaal af.
    Dat je jezelf als mens ziet in het centrum van bestaan is alleen voor jezelf van betekenis, dat ten eerste. Je kunt daarmee bedoelen de mens als mensen in zijn geheel, of 'jij' want teneinde zijn alle mensen ego gericht, of je dus de mensensoort bedoelt of specifiek 'jij' daar gelaten. Maar uit niets kun je deze bewering toetsen op enige realiteit laat staan het vage begrip waarheid. Evolutionair bestaat het begrip "waarde" niet eens, evolutie was een proces van aaneenschakelingen van wel en niet geslaagde toevalligheden. Mensen die zich daar ongemakkelijk bij voelen, kunnen dan snel teruggrijpen naar allerlei godsvoorstellingen. Maar wat kan god meer zijn dat tevens een mensen verzinsel? Daarom zijn de goden alle mensengelijkend ofwel antropomorf. In sommige culturen hebben goden nog wel dierlijke gedaantes. Omdat mensen uit alle tijden ook besefte dat dieren door hun gelijkenis in bewustzijn en zintuiglijkheden aan mensen gemeen waren.

    Het is daarom een zinloze zin, dat de mens het centrum is in het bestaan, het bestaan is alles wat bestaat, niet in de zin van een steen. Een steen bestaat maar heeft geen bewijsbaar leven in zich, laat staan een vorm van bewustzijn. Met bestaan bedoelen we daarom wat leeft en bewust is.
    Voor een of ander dier, is zijn eigen bestaan en dat van zijn soort het aller belangrijkste, waaraan ontleen je dan de zin dat de mens het belangrijkste is?

    Neil deGrasse Tyson (en dat is geen pseudowetenschapper want daar speelt men vaak graag mee op Internet) had het over de betekenis van een mogelijke buitenaardse intelligentie. Hij nam het vergelijk van het bijna lachwekkende verschil in genen van mensen en dieren, het verschil tussen hoger ontwikkelde dieren en mensen bestaat uit slechts een paar genen. Die paar genen bepalen heel jouw mens zijn, stelde Tyson.
    Stel je voor dat er een buitenaardse intelligentie bestaat, met een klein groepje genen verschil in mensen, zij zouden daardoor volledig dominant zijn over de mens.

    Ondanks de mens aan die paar genen meer al zijn mogelijkheden heeft gekregen, in bv. kennis en kunst, architectuur, technologie, wat welhaast ongelofelijk lijkt - zou het vanuit een ander standpunt, zo stelde Tyson, misschien slechts zeer minimaal kunnen zijn in betekenis (eigen verwoording.)
    Mens en dier zijn volledig identiek op een paar genen na.

    Waarom is de mens dus het allerbelangrijkste 'product' op aarde?
    Dan de losse zin die me bijna meteen doet afhaken: Dieren zijn om op te eten.
    Moet je daar nog serieus op ingaan?

    Gisteren zag ik een malle zombiefilm. Voor zombies zijn de mensen slechts om op te eten, ze zijn wild op mensenvlees. Behalve zombies, staat er echter niets boven de mens. Geen enkel dier op aarde is bestand tegen menselijk vernuft, scherpe tanden en nagels en hoornen en stekels, een ruwe bouw, fysieke sterkte of snelheid, ze kunnen alle niet opwegen tegen een simpel menselijk vernuft als een 'wapen'.
    De mens valt eigenlijk helemaal buiten de boot, als het gaat om de talrijke evolutionaire aanpassingen aan het levensgevaar op aarde.
    Een beer kan een mens aanvallen en doden, maar niet een 'bewapend' mens.
    Het gevaarlijkste dier op aarde is de mens, dankzij zijn vernuft (die paar genen verschil.)

    Je kunt altijd alleen maar menselijke stellingen opperen, als voor jouw dieren geen enkele intrinsieke, eigen waarde hebben, dan kun je botweg beweren dat dieren dienen als voedsel. Alsof ze zijn gecreëerd om de mens te voeden. Zelfs de kunstmatige inseminaties van de mens zijn nog afhankelijk van de slimheid van de niet door de mens verzonnen natuur. De mens misbruikt de natuur om grootschalig dieren te kweken, alles uit zijn natuurlijk verband te rukken, en de mensenmassa te doen geloven dat 'het zo hoort'.

    Ik had het op Twitter vandaag over de zin dat dieren als bijproducten worden beschouwd. De term "bijproduct" is een verzinsel van boeren, om de mensen wijs te maken dat dieren kunnen worden onderscheiden in producten en bij-producten. In eerste plaats zijn dieren al geen producten, het zijn bewuste levende schepselen met een eigen betekenis. Omdat dieren echter worden beschouwd als wél zinvol voor de economie en het gewin van de boer, en niet zinvol voor bv. de melkveehouder, worden ze als zogeheten bijproducten afschuwelijk mishandelt. Direct na hun geboorte worden ze gescheiden van de moederdieren en vaak apart gezet in geïsoleerde hokjes, waar ze na enkele maanden - dus als kinderen - bruut naar de slacht gaan.

    Het is bekend dat moederdieren flink naloeien als hun kalveren van ze worden afgenomen, recent betrof het, het grote aantal aan kalverensterfte. Wie weet hoeveel van die dieren door loutere stress en ellende.

    De samenleving beschouwd dat allemaal als 'normaal'.
    Want de boer noemt deze dieren 'bijproducten.'
    Zo worden mensen misleidt.

    Niets is normaal in de dierenindustrie. Laat je wat dat aangaat metéén gezegd zijn.
    Alles is omgebouwd en ingericht tot de loutere boerenbelangen.
    Vanaf de kunstmatige bevruchting en de kunstmatige inseminaties waardoor dieren niet bepaalt in de "lente" zwanger worden -wat je de grote massa zo leuk kunt wijsmaken- Boeren bepalen dit. Omdat moederdieren bij zwangerschap melk aanmaken bedoelt voor de geboren kalven, maar de melk uitsluitend voor mensen is bedoelt, worden kalveren na geboorte al gescheiden van de moederdieren.
    Hoeveel gevoel heb je nodig om te beseffen welk een misstand alleen dit is, en misstanden zijn ontelbaar in de dierindustrie.

    Tot slot:
    Vlees eters voelen zich merkwaardig vaak aangevallen, verbijsterend als je leest dat ze bv. veganisten vergelijken met holocaustaanbidders, volgens sommige van hen willen veganisten het mensdom van de wereld hebben, het mensdom is een plaag et cetera. Maar komen dierenrechten niet meteen bij mensenrechten? Ze weerspreken elkaar immers niet.
    Je komt op voor een universele humaniteit.
    Dat houdt al het bewuste bestaan in, mensen en dieren...…..

     

    woensdag 3 april 2019

    'Astounding Near Death Experience'

    "Ons leven hier is tijdelijk. Wij zijn spirituele wezens, die een menselijke ervaring hebben"....
    De bijna dood ervaring van deze man heeft een bijzondere aanvang, door zijn levendige uittreding uit zijn lichaam.
     
    Terwijl hij in de nacht opstaat om naar de badkamer te gaan krijgt de man een wat schijnt lichte beroerte, hij verliest zijn bewustzijn en valt in een 'foetushouding'. Daarna ervaart hij zichzelf bewust buiten zijn lichaam treden, terwijl hij neerkijkt op zijn lichaam - in deze foetushouding. Verbaast stelt hij zich de vraag, als ik 'dit' ben en ik ben tegelijk 'daar' (wijzend naar zijn lichaam) dan moet ik "dood" zijn. Hij ziet zijn vrouw aankomen en zijn zoon die zich over zijn lichaam buigen. Daarna volgt een beleving van andere aard.
     
    Vaak blijven sceptici zeggen dat er geen verifieerbare bewijzen zijn bij BDE ervaringen of OBE (uittredingen) hetgeen ik telkens kan weerleggen. Zoals ook in deze bijzondere beleving.

    (Een opvallende kanttekening, dat iemand zijn bewustzijn verliest en even daarna bewust uit zijn lichaam treedt, dat stelt je wederom de vraag naar bewustzijn) :
     

    dinsdag 2 april 2019

    Natuurgebied Limburgs landschap (Pauze filmpje)


    "Het glazen abattoir"

    "Van Coetzee las ik deze week ‘Het glazen abattoir’, een Elizabeth Costello-verhaal, dat in juni in de vertaling van Peter Bergsma zal verschijnen in ‘De oude vrouw en de katten’. Elizabeth Costello, een oudere Australische schrijfster die naar het zich laat aanzien als Coetzees alter ego dient, doet in het verhaal het voorstel om een glazen abattoir te bouwen, midden tussen de mensen. Het moet dienen als demonstratie, schrijft Coetzee: „Een demonstratie van wat er gebeurt in een abattoir. Slachten. Ik bedacht dat mensen alleen maar tolereren dat er dieren worden geslacht omdat ze er niets van te zien krijgen. Te zien krijgen, te horen krijgen, te ruiken krijgen. Ik bedacht dat als er een abattoir zou zijn dat midden in de stad zou opereren, waar iedereen zou kunnen zien en ruiken en horen wat daarbinnen gebeurt, mensen zich misschien anders zouden gaan gedragen. Een glazen abattoir. Een abattoir met glazen wanden. […] Er komen geen rivieren van bloed. Het wordt alleen maar een demonstratieabattoir. Een handjevol slachtingen per dag. Een os, een varken, een half dozijn kippen.”
    Het woord eenlingbox haal ik uit een lijst met verdoezelende termen uit de vee-industrie, die me werd toegezonden door de Stichting Dier&Recht. Het woord ‘ongerief’ bijvoorbeeld, wordt door de Universiteit Wageningen en het ministerie van Landbouw gebruikt om angst, pijn en verwondingen bij productiedieren aan te duiden. Denken we bij de term ‘liggend vee’ vooreerst aan de koe die Potter schilderde, in werkelijkheid gaat het om dieren die zo ziek, verzwakt of verwond zijn dat ze niet meer overeind kunnen komen. Liggend vee is in het abattoir vaak ‘eindlijner’, het woord dat wordt gebruikt voor zieke en gewonde dieren die als laatste worden geslacht om de slachtlijn niet te bevuilen. Het fraaie woord ‘verreisd’ dient voor kalveren die tijdens het transport over grote afstand zo verzwakt zijn, dat ze ziek, uitgedroogd of dood op de plaats van bestemming aankomen. ‘Lichamelijke ingrepen’ betreft de amputatie van staarten, testikels, snavels en hoorns. Op de site van MS Schippers, een grote toeleverancier voor de intensieve veehouderij, worden daartoe onder het geruststellende kopje ‘kraamzorg’ de volgende producten aangeboden: een pneumatische tandenslijper, castratiemessen en een boorslijper van het merk Bosch.
    De vee-industrie kent de vleesparadox maar al te goed: het begrip dat in 2014 door Australische psychologen werd gebruikt voor consumenten die weliswaar nooit zelf een dier kwaad zouden willen doen, maar die dieren wel in het verborgene laten lijden om hun vlees te kunnen eten. Daarom vinden het leven en de dood van productiedieren in hermetisch afgesloten ruimtes plaats, en is de taal die ermee samenhangt geschoond van pijn en lijden. Het glazen abattoir is een passend antwoord op dit massale zelfbedrog."
    Tommy Wieringa 
    Bron & volledige tekst.

    'De vee-industrie is de grote blinde vlek van ons land'

    "Omdat het varken ons smaakt, komt het goed uit dat de hel waarin dit dier leeft goed verborgen blijft.
    Vorige week bracht Animal Rights schokkende undercover-beelden naar buiten van horrorpraktijken in een Belgisch slachthuis. Het varkensvlees uit dit slachthuis werd verkocht onder het keurmerk 'Beter voor iedereen'.
    Direct trad het gebruikelijke psychologische afweermechanisme in werking. 'Er is geen gevaar voor de voedselveiligheid', meldde de NOS geruststellend. 'In Nederland kan dit nooit gebeuren', wist een woordvoerder met grote stelligheid. En een dag later: het slachthuis is gesloten - dus we kunnen weer rustig slapen en kopen voortaan vaker 'diervriendelijk vlees'.
    Op zo'n moment is het goed te onderstrepen dat alle vee, ook biologisch en 'diervriendelijk' gehouden, in hetzelfde slachthuis eindigt. ..
    En dat het leeuwendeel van de dieren onder erbarmelijke omstandigheden heeft geleefd. Volgens onderzoek van de stichtingen Dier & Recht en Varkens in Nood overtraden Nederlandse veehouders in 2013 minstens 2,7 miljard keer de wet, met nadelige gevolgen voor zo'n 500 miljoen dieren. Die overtredingen zijn structureel en er wordt niets aan gedaan; niet door de veehouder, niet door een dierenarts, en niet door de NVWA.
    De omvang en ernst van deze wetsovertredingen zijn schokkend. Maar schokkender is wat er níét gebeurt. Het grootschalig negeren van de wet en systematisch toebrengen van letsel aan levende dieren veroorzaakt geen rel.  
    We hebben het er niet over. In wezen gaat het hier om de grootste groep georganiseerde wetsovertreders in de samenleving (waar is de VVD voor het 'stevig aanpakken' van déze wetsovertredingen?) - tegenover de meest weerloze slachtoffers, dieren die geen enkele manier hebben om voor zichzelf op te komen.
    De meeste mensen geven desgevraagd aan dat ze van dieren houden en vinden dat dieren recht hebben op een goed leven. De pech van het varken is dat het eetbaar is. Varkens zijn aanhankelijke, gevoelige, zeer sociale dieren met ieder hun eigen unieke karakter. Ze zijn intelligenter dan honden. Experimenteel onderzoek in Engeland heeft aangetoond dat mensen precies hetzelfde dier minder morele waarde toeschrijven wanneer ze het als eetbaar beschouwen (een specifieke vorm van speciesisme die carnisme wordt genoemd) en dat ze een dier minder gevoel toedichten wanneer ze dat dier zonet te eten kregen dan wanneer hun iets anders werd voorgezet.
    Dus omdat het varken ons goed smaakt, komt het ons als beschaafde burgers wel goed uit dat de hel waarin deze dieren leven en sterven, zich afspeelt achter gesloten deuren, verborgen voor onze kinderen.  
    We worden soms even wakker geschud door beelden van vrijwilligers die níet hun ogen sluiten voor deze verschrikkingen: mensen die veel geven om dieren en helemaal kapot zijn van wat ze aantreffen, die daarom ons grenzeloze respect verdienen; die dit werk kunnen doen dankzij vrijwillige donaties, want de overheid doet het niet.
    De veeindustrie is de grote blinde vlek van ons land. Een schandvlek. Ooit zullen we zeggen: we wisten niet dat het zo erg was. We wisten het niet, want we keken de andere kant op."

    “The Bible Commands Genocide!” // De Bijbel Beveelt Genocide

    E lke kritische christen of andersgezind gelovige heeft zich ongetwijfeld deze vragen gesteld: Meer dan het 'kwaad in de mens' is ...