Identiteit is toch eigenlijk een van de moeilijkste begrippen in bestaan. Esther van Fenema en Theodor Holman hebben het erover in Cafe Weltschmerz (Onderaan)
Hoewel het woord aan de lopende band wordt gebruikt, voornamelijk door rechts en extreemrechtse figuren en partijen, maar is het feitelijk wel een politiek issue?
In sociale politieke context heeft identiteit een simpele betekenis, in religieuze context en meer spirituele context krijgt het een meer 'beladen' betekenis. (Heeft identiteit een "ziel"?)
Theodor Holman noemt de betekenis van identiteit binnen een massa, een 'massa-identiteit' heeft betekenis voor het individu, die graag wil opgaan in een groter geheel om zijn eigen isolement te doorbreken. Daartoe behoren natuurlijk alle vormen van nationalisme, de kern van elk nationalisme is een vorm van verzet - het zet zich af tegen andere culturen, die bij 'ander volk' behoren.
Dit alles is misschien interessant voor mensen zoals Geert Wilders en de groeiende fanatieke groep racistisch getinte mensen.
Interessanter is de vraag naar de 'geestelijke waarde' van zogeheten identiteit.
Identiteit is immers een zeer vreemd iets, elk mens bestaat in zichzelf uit talloze brokstukjes, elke ervaring, herinnering, elke gedachte, elke 'toegevoegde waarde' - kunnen nauwelijks een daadwerkelijke eenheid vormen. Een mens kan niet anders dan 'in zichzelf' volledig zijn verbrokkeld en verdeelt. De mens is daarom inherent tegenstrijdig. Ondanks identiteit lijkt te suggereren dat het gaat om een individu die volledig coherent (samenhangend) in elkaar zit.
Jiddu Krishnamurti heeft het over collecties, de mens is continue dingen aan het collecteren, aan het verzamelen, elke dag doet een mens wel talloze indrukken op, die blijven niet alle hangen - bepaalde indrukken vormen herinneringen, of voegen iets toe aan reeds eigen gemaakte waarden. Vanaf de jongste leeftijd zijn mensen aan het verzamelen, ze verzamelen geen fysieke dingen (alleen) maar ook indrukken, culturele overnames en waarden, tradities van lang geleden, al deze brokken verzamelen zich tot herinneringen, tot heugenis. Je móet je wel afvragen, hoe je daar een identiteit aan ontleent?
Het bestaan gaan echter heel vanzelfsprekend, de menselijke hersenen lijken er helemaal in thuis, om indrukken te verzamelen, hoewel er een hoop strijdigheden en tegenstellingen worden opgeslagen, trachten hersenen dat schijnbaar onbewust te ordenen op een manier, die samenhangend lijkt, coherent, en voor je het beseft ben je een "persoon". Als je jezelf echter als persoon ontleedt, als je dit al doet - valt deze complete samenhang weg, je bent het eindresultaat, ja van wát eigenlijk?
Een opvallende vraag is, waarom het eigenlijk zo is, dat bepaalde indrukken en waarden bij een mens er zoveel toe doen, terwijl andere indrukken en waarden er minder toe doen?
Welke factor heeft erover beslist dat bepaalde zaken 'tellen' en andere zaken niet?
Keer je terug naar de jarenlange verzameling aan indrukken, wat je kunt vergelijken met het inrichten van een huis: In aanvang heb je een 'leeg' huis, maar geleidelijk ga je het huis inrichten, naast noodzakelijkheden zoals voorzieningen voor water stroom en verwarming, verzamel je tal van spulletjes, dingetjes, prulletjes (beeldjes kannetjes tafeltjes lampjes et cetera) : daarnaast maken 'levende spullen' deel uit van 'je huis', gezin vrienden, huisdier, en de inrichting van je tuin. Zo verzamelt je geest talloze 'curiositeiten', het wordt een deel van jouw.
Dat warrige en chaotische dat je geest eigenlijk heeft gevormd, is door je brein gerangschikt tot een overzichtelijk iets, wat de illusie geeft van een identiteit: een heelheid.
Wanneer je beseft door hoeveel toevalligheden je leven tevens wordt gevormd, vanaf je geboorte, je hebt bv. je ouders en specifieke land niet bewust gekozen, maar je wordt -onzichtbaar- déél van opvoeding en tradities van dat land. Zonder identificatie met wat dan ook, had zich nooit een ego in jezelf gevormd, een vaste kern.
Slotsom: Identiteit kun je ontrafelen tot een besef, dat er nauwelijks een 'jij' aan te pas is gekomen, dat het bewust heeft doen ontstaan, het is de verzameling van allerlei, opvoeding, cultuur, culturele waardes (en dwaasheden) en de constante vereenzelviging daarmee. Tevens je vereenzelviging met gedachtes en ideeën, die ergens rondwaren.
Wij geloven ons echter in een realiteit, die wij vol bewust zélf hebben gecreëerd en gestuurd, alsof een mens bij wijze van spreken zijn eigen leed heeft verkozen - we praten vaak van schuld en geen schuld. Of je meent achteraf dat je dit of dat niet zus of zo had moeten doen, alsof je zoveel kunt bijsturen/recht buigen of überhaupt sturen. Terwijl je bestaan doorgaans als een schip op het water meezeilt met de toevallige richting van de wind.
Identiteit zegt 'mij' niks. Ik beschouw het eerder als een ernstig ongeluk, want wanneer bestaan verstart in een vaststaande identiteit, kun je nauwelijks of niks meer wezenlijk veranderen. Nietmaals ten goede voor jezelf. (Daarom hebben mensen zulk een uitgebreide spirituele agenda, om de eigenlijke wanhoop tegen te gaan.)
Iedereen zit opgesloten in zijn eigen -kern-
Tegelijk wil men daaruit breken. Men voelt deze kern als een onderdrukking en een benauwenis,
nondualisten doen niets anders:
Boeddha noemde het de "4 edele waarheden"
De eerste waarheid: Er is lijden
De tweede waarheid: Het lijden heeft een oorzaak
De derde waarheid: De oorzaak van het lijden kan opgeheven worden
De vierde waarheid: Door het achtvoudige pad te volgen wordt het lijden beëindigd
Theodor Holman noemt de betekenis van identiteit binnen een massa, een 'massa-identiteit' heeft betekenis voor het individu, die graag wil opgaan in een groter geheel om zijn eigen isolement te doorbreken. Daartoe behoren natuurlijk alle vormen van nationalisme, de kern van elk nationalisme is een vorm van verzet - het zet zich af tegen andere culturen, die bij 'ander volk' behoren.
Dit alles is misschien interessant voor mensen zoals Geert Wilders en de groeiende fanatieke groep racistisch getinte mensen.
Interessanter is de vraag naar de 'geestelijke waarde' van zogeheten identiteit.
Identiteit is immers een zeer vreemd iets, elk mens bestaat in zichzelf uit talloze brokstukjes, elke ervaring, herinnering, elke gedachte, elke 'toegevoegde waarde' - kunnen nauwelijks een daadwerkelijke eenheid vormen. Een mens kan niet anders dan 'in zichzelf' volledig zijn verbrokkeld en verdeelt. De mens is daarom inherent tegenstrijdig. Ondanks identiteit lijkt te suggereren dat het gaat om een individu die volledig coherent (samenhangend) in elkaar zit.
Jiddu Krishnamurti heeft het over collecties, de mens is continue dingen aan het collecteren, aan het verzamelen, elke dag doet een mens wel talloze indrukken op, die blijven niet alle hangen - bepaalde indrukken vormen herinneringen, of voegen iets toe aan reeds eigen gemaakte waarden. Vanaf de jongste leeftijd zijn mensen aan het verzamelen, ze verzamelen geen fysieke dingen (alleen) maar ook indrukken, culturele overnames en waarden, tradities van lang geleden, al deze brokken verzamelen zich tot herinneringen, tot heugenis. Je móet je wel afvragen, hoe je daar een identiteit aan ontleent?
Het bestaan gaan echter heel vanzelfsprekend, de menselijke hersenen lijken er helemaal in thuis, om indrukken te verzamelen, hoewel er een hoop strijdigheden en tegenstellingen worden opgeslagen, trachten hersenen dat schijnbaar onbewust te ordenen op een manier, die samenhangend lijkt, coherent, en voor je het beseft ben je een "persoon". Als je jezelf echter als persoon ontleedt, als je dit al doet - valt deze complete samenhang weg, je bent het eindresultaat, ja van wát eigenlijk?
Een opvallende vraag is, waarom het eigenlijk zo is, dat bepaalde indrukken en waarden bij een mens er zoveel toe doen, terwijl andere indrukken en waarden er minder toe doen?
Welke factor heeft erover beslist dat bepaalde zaken 'tellen' en andere zaken niet?
Keer je terug naar de jarenlange verzameling aan indrukken, wat je kunt vergelijken met het inrichten van een huis: In aanvang heb je een 'leeg' huis, maar geleidelijk ga je het huis inrichten, naast noodzakelijkheden zoals voorzieningen voor water stroom en verwarming, verzamel je tal van spulletjes, dingetjes, prulletjes (beeldjes kannetjes tafeltjes lampjes et cetera) : daarnaast maken 'levende spullen' deel uit van 'je huis', gezin vrienden, huisdier, en de inrichting van je tuin. Zo verzamelt je geest talloze 'curiositeiten', het wordt een deel van jouw.
Dat warrige en chaotische dat je geest eigenlijk heeft gevormd, is door je brein gerangschikt tot een overzichtelijk iets, wat de illusie geeft van een identiteit: een heelheid.
Wanneer je beseft door hoeveel toevalligheden je leven tevens wordt gevormd, vanaf je geboorte, je hebt bv. je ouders en specifieke land niet bewust gekozen, maar je wordt -onzichtbaar- déél van opvoeding en tradities van dat land. Zonder identificatie met wat dan ook, had zich nooit een ego in jezelf gevormd, een vaste kern.
Slotsom: Identiteit kun je ontrafelen tot een besef, dat er nauwelijks een 'jij' aan te pas is gekomen, dat het bewust heeft doen ontstaan, het is de verzameling van allerlei, opvoeding, cultuur, culturele waardes (en dwaasheden) en de constante vereenzelviging daarmee. Tevens je vereenzelviging met gedachtes en ideeën, die ergens rondwaren.
Wij geloven ons echter in een realiteit, die wij vol bewust zélf hebben gecreëerd en gestuurd, alsof een mens bij wijze van spreken zijn eigen leed heeft verkozen - we praten vaak van schuld en geen schuld. Of je meent achteraf dat je dit of dat niet zus of zo had moeten doen, alsof je zoveel kunt bijsturen/recht buigen of überhaupt sturen. Terwijl je bestaan doorgaans als een schip op het water meezeilt met de toevallige richting van de wind.
Identiteit zegt 'mij' niks. Ik beschouw het eerder als een ernstig ongeluk, want wanneer bestaan verstart in een vaststaande identiteit, kun je nauwelijks of niks meer wezenlijk veranderen. Nietmaals ten goede voor jezelf. (Daarom hebben mensen zulk een uitgebreide spirituele agenda, om de eigenlijke wanhoop tegen te gaan.)
Iedereen zit opgesloten in zijn eigen -kern-
Tegelijk wil men daaruit breken. Men voelt deze kern als een onderdrukking en een benauwenis,
nondualisten doen niets anders:
Boeddha noemde het de "4 edele waarheden"
Het uittreden uit het gescheiden zijn - het ego - en het opgaan in het 'universeel',
een andere vorm daartoe is het opgaan in een groep.
Een nationalistische beweging, of een favoriete voetbalclub.
Enerzijds willen mensen verzamelen en verzamelen, hun egogebied uitbreiden, ook naar buiten toe (meer geld meer luxe meer bezit) : anderzijds willen ze hun isolerende ego overstijgen of ontstijgen.
Hieronder het gesprek (wat losstaat van mijn bewoording) :
Een nationalistische beweging, of een favoriete voetbalclub.
Enerzijds willen mensen verzamelen en verzamelen, hun egogebied uitbreiden, ook naar buiten toe (meer geld meer luxe meer bezit) : anderzijds willen ze hun isolerende ego overstijgen of ontstijgen.
Hieronder het gesprek (wat losstaat van mijn bewoording) :
Geen opmerkingen:
Een reactie posten