"Ik zie geen enkele reden om een wezenlijk onderscheid te maken tussen mens en dier", zegt Frank Ankersmit, emeritus-hoogleraar intellectuele geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.
"Natuurlijk zijn er verschillen tussen mensen en dieren. Maar die verschillen zijn minimaal: ons DNA is voor 99 procent of meer hetzelfde als dat van dieren. Het lijkt me daarom volstrekt logisch dat wij dieren behandelen zoals wij zelf behandeld willen worden. Filosoof Leibniz stelde dit al in de zeventiende eeuw. Hij wees erop dat elk stapje in de evolutie een volgend punt is op dezelfde lijn. Vanwege die continuïteit tussen mens en dier is het volkomen onredelijk om een hond te behandelen op een manier waarop je zelf niet behandeld wilt worden. Wij verschillen zo ontzettend weinig van elkaar."
Lijden
"Er zijn heus wel criteria te bedenken waarmee je het onderscheid tussen mens en dier hard kunt maken", reageert Bas Haring, filosoof en bijzonder hoogleraar publiek begrip van de wetenschap aan de Universiteit Leiden. "Verstandig nadenken bijvoorbeeld, of het gebruik van taal. Daar zijn wij echt een stuk beter in dan andere organismen. Bij de vraag hoe om te gaan met dieren hanteer ik het denken van Peter Singer, een Australische hoogleraar ethiek. Hij stelt het lijden centraal. Dieren kunnen lijden, net als wij, en dat moeten we te allen tijde zien te voorkomen. Het dierenleed dat we nu zien in de bio-industrie is dus problematisch. Vee afmaken dat een fijn leven heeft gehad en pijnloos wordt afgemaakt, is dat niet."
Ankersmit: De Pools-Britse filosoof en socioloog Zygmunt Bauman vergeleek onze industriële omgang met dieren met de massamoord op de Joden, vanwege het afgrijselijke lot en lijden dat daarmee gepaard gaat. Een heftige uitspraak, maar ik sluit mij erbij aan. Ik vind de bio-industrie vergelijkbaar met een concentratiekamp. Let wel, ik vergelijk Joden uiteraard allerminst met dieren. Het gaat mij erom dat wij net zoals wij andere mensen nooit mogen mishandelen, wij dat bij dieren ook sterk moeten afkeuren. Dat gebeurt nu niet: wij accepteren dat dagelijks duizenden dieren worden mishandeld op een zo efficiënt mogelijke manier."Bron en volledige tekst (Trouw)
Haring gelooft in de mythe dat dieren pijnloos kunnen worden afgemaakt, en geeft als belangrijkste reden van verschil mens en dier, dat mensen in tegenstelling tot dieren een 'besef hebben van wat hun te wachten staat'. En dat het afmaken van dieren (let specifiek op dit woord) niet erg is als dieren een fijn leven hebben gehad. Het valt te betwijfelen dat dieren geen weet hebben van wat hun wacht. Op het moment ze bij elkaar worden gedreven en naar slachthuizen vervoerd ruiken ze reeds hun dood, laat staan als ze in het bloed van hun mede soortgenoten staan.
Elk dier ervaart doodsangst, dat is reeds aangeboren vanaf de vroege evolutie, het aanvoelen van gevaar en het instinctieve vluchten voor gevaar als doodsangst dragen en droegen bij aan hun overleven.
Het is nonsens dat een dier 'niks weet'.
(Vergelijk Joden, afgezien van wat Ankersmit al opmerkt, wisten Joden ook vaak niet wat hun wachtte, het naziregime verspreidde bij opzet leugens om juist paniek onder de Joodse mensen te vermijden.)
Ankersmit besluit:
"Ik heb in principe ook niets tegen het opeten van dieren. Maar mensen behandelen dieren, die biologisch gezien nauwelijks verschillen van onszelf, op een manier waarop we zelf nooit behandeld willen worden. Wij zijn iets verschrikkelijks. Laat ik het maar zeggen: dieren zijn mij liever dan mensen."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten