'Het brein bekijkt de werkelijkheid als een toneel waarop het lichaam moet acteren. Wij ordenen onze inzichten dan ook logisch. (..) We bekijken de werkelijkheid dus door een logisch vergiet.
Hebben we goede redenen om te denken dat dit vergiet niet alleen praktisch is maar ook waarachtig?Zijn antwoord daarop is:
Nee, want: (1) het zou buitengewoon toevallig zijn als onze denkwijze overeenkomt met de inrichting van de werkelijkheid; wij zijn geen uitverkoren diersoort dat mag beschikken over een waarachtige denkwijze; de logische regels zijn ons 'besturingssysteem': waarom zou ons besturingssysteem overeenkomen met hoe de werkelijkheid is ingericht? de werkelijkheid hoeft niet te handelen; (2) niemand kan antwoord geven op de vraag wat de grondvorm van de werkelijkheid is (...)Verder stelt hij:
Hoe is het dan mogelijk dat onze denkwijze 'werkt'?
Het 'werkt' omdat de logische wetten geschikt zijn om de interactie tussen lichaam en wereld regelen. (..)
Conclusie: de werkelijkheid zelf is overvloediger en groter dan onze logische wetenschappelijke modellen (kunnen) weergeven. Uit twee domeinen bestaat de werkelijkheid: een logisch natuurlijk domein (zoals wij de wereld zien) en een niet logisch bovennatuurlijk domein (de orde die wij over het hoofd zien).' ..........
DLT: Een absurde God.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik zijn complete tekst ga citeren. Zijn tekst komt een beetje overeen met de vraag in Closer to Truth: Is Mathematics Invented or Discovered? (in deze link.)
Dit behelst de kwestie of de mens, het intellect en de wetenschap de werkelijkheid beschrijft, of deze uitsluitend invult. Is wiskunde bijvoorbeeld de taal van de werkelijkheid, anders gezegd, bestaat de werkelijkheid 'zelf' uit en in een wiskundige taal? Deze aanname zou vér gaan, het schijnt eerder logisch aannemelijk dat de werkelijkheid in zichzelf niet is opgebouwd middels wiskunde, of moeilijke menselijke berekeningen.
Ongeacht het feit dat een mens de afstand tussen laten we zeggen twee sterren op een tiende van een millimeter exact kan bepalen. Deze exactheid in het beschrijven van ruimte afstand en het beschrijven van principes en beginselen (natuurwetten) zou je waarschijnlijk meer logisch kunnen toeschrijven aan bewuste menselijke vindingen, en manieren om iets te beschrijven, teneinde uiteindelijk allemaal met praktische doelen (eenmaal een afstand berekent kan men bepalen hoe deze te bereizen).
Toch geloven in elk geval sommige wetenschappers dat mathematiek de realiteit beschrijft. De beschrijving van de realiteit heeft zijn grond in de praktische uitwisseling, deze praktische uitwisseling geeft het idee dat men niet alleen iets berekent en verklaard, maar er ook mee kan interacteren. Het wordt daardoor een bepaalde kwestie of de mens uit de realiteit wetten en theorieën en berekeningen heeft 'bedacht' of deze realiteit daadwerkelijk beschrijft.
Dat de mens de plank niet zomaar misslaat is wel duidelijk, hij beschrijft de werkelijkheid op een manier waarmee hij praktisch kan werken. Maar de vraag is daarmee, beschrijft hij de 'werkelijkheid' of de totaliteit van zijn eigen beschrijvingen daarvan? (De beschrijving is niet het eigenlijke.)
Het eigenlijke (als het ware) zou fundamenteel anders en verschillend kunnen zijn, volgens DLT "absurd" (zelf neig ik ertoe zoals eerder, het absurde te zien als een menselijke tekortkoming.)
Je hoeft zoals hij het stelt, niet in de praktijk te leven met de "werkelijkheid", maar uitsluitend met dát stukje dat je fysieke aardegebonden leven uitmaakt, met betrouwbare logische wetten en regels.
Volgende vraag kwam nu spontaan bij me op: Maakt DLT (J.A.Riemersma) van de werkelijkheid iets dat mogelijk mystiek is, is het beginsel dat we nu 'de werkelijkheid' noemen van een onlogische absurde aard, zoals je dan een transcendentie zou beschrijven?
Wat je verder bespeurt, lijkt op een "afstand", een kloof (natuur en bovennatuur als twee geheel verschillende domeinen) ik kan als mens niet met mijn uitrekkende hand en vingers ráken, aan de transcendente aard, als deel van de onbevattelijke 'werkelijkheid'. Daarbij de vraag of dit terecht is?
Hoe het ook zij, dit blijven interessante vragen, de reden dat je 'blogt'.....
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ik zijn complete tekst ga citeren. Zijn tekst komt een beetje overeen met de vraag in Closer to Truth: Is Mathematics Invented or Discovered? (in deze link.)
Dit behelst de kwestie of de mens, het intellect en de wetenschap de werkelijkheid beschrijft, of deze uitsluitend invult. Is wiskunde bijvoorbeeld de taal van de werkelijkheid, anders gezegd, bestaat de werkelijkheid 'zelf' uit en in een wiskundige taal? Deze aanname zou vér gaan, het schijnt eerder logisch aannemelijk dat de werkelijkheid in zichzelf niet is opgebouwd middels wiskunde, of moeilijke menselijke berekeningen.
Ongeacht het feit dat een mens de afstand tussen laten we zeggen twee sterren op een tiende van een millimeter exact kan bepalen. Deze exactheid in het beschrijven van ruimte afstand en het beschrijven van principes en beginselen (natuurwetten) zou je waarschijnlijk meer logisch kunnen toeschrijven aan bewuste menselijke vindingen, en manieren om iets te beschrijven, teneinde uiteindelijk allemaal met praktische doelen (eenmaal een afstand berekent kan men bepalen hoe deze te bereizen).
Toch geloven in elk geval sommige wetenschappers dat mathematiek de realiteit beschrijft. De beschrijving van de realiteit heeft zijn grond in de praktische uitwisseling, deze praktische uitwisseling geeft het idee dat men niet alleen iets berekent en verklaard, maar er ook mee kan interacteren. Het wordt daardoor een bepaalde kwestie of de mens uit de realiteit wetten en theorieën en berekeningen heeft 'bedacht' of deze realiteit daadwerkelijk beschrijft.
Dat de mens de plank niet zomaar misslaat is wel duidelijk, hij beschrijft de werkelijkheid op een manier waarmee hij praktisch kan werken. Maar de vraag is daarmee, beschrijft hij de 'werkelijkheid' of de totaliteit van zijn eigen beschrijvingen daarvan? (De beschrijving is niet het eigenlijke.)
Het eigenlijke (als het ware) zou fundamenteel anders en verschillend kunnen zijn, volgens DLT "absurd" (zelf neig ik ertoe zoals eerder, het absurde te zien als een menselijke tekortkoming.)
Je hoeft zoals hij het stelt, niet in de praktijk te leven met de "werkelijkheid", maar uitsluitend met dát stukje dat je fysieke aardegebonden leven uitmaakt, met betrouwbare logische wetten en regels.
Volgende vraag kwam nu spontaan bij me op: Maakt DLT (J.A.Riemersma) van de werkelijkheid iets dat mogelijk mystiek is, is het beginsel dat we nu 'de werkelijkheid' noemen van een onlogische absurde aard, zoals je dan een transcendentie zou beschrijven?
Wat je verder bespeurt, lijkt op een "afstand", een kloof (natuur en bovennatuur als twee geheel verschillende domeinen) ik kan als mens niet met mijn uitrekkende hand en vingers ráken, aan de transcendente aard, als deel van de onbevattelijke 'werkelijkheid'. Daarbij de vraag of dit terecht is?
Hoe het ook zij, dit blijven interessante vragen, de reden dat je 'blogt'.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten