Een stukje van Jiddu Krishnamurti, een van de vele, fijnzinnige stukjes uit monologen en dialogen.
Waar hij ingaat op de vraag, wat verlichting is. Beter, wat het 'niet' is. (Een manier om iets te beschrijven en te benoemen is het uitgaan van datgene wat het niet is, waarheid ontrafel je door het niet ware te benoemen.) Het zoeken naar verlichting is zoals met alle bedrijvigheden in het leven, een tijdsproces.
Wat je dus moet trachten te begrijpen (Krishnamurti) is wat in essentie tijd betekent, niet de chronologische tijd, maar de psychologische tijd. De geest schept onderscheid tussen datgene wat 'is' en datgene wat 'wordt', dat wat voorhanden is en dat wat wenselijk ware, wat ook min of meer voortkomt uit de christelijke en anders-religieuze tradities. Het idee dat je als mens continue 'wordende' bent, je bent nooit 'af', je bent altijd op weg, bezig. Daardoor schept de geest constant een onderscheid in tijd, het heden en het toekomstige.
Krishnamurti neemt het voorbeeld van agressief gedrag, iemand is agressief maar koestert de wens om non agressief door het leven te gaan. De wens is niet meer dan een verbeelding, terwijl er slechts één realiteit is, namelijk het agressief zijn. De mens wil eigenlijk voortdurend weg vluchten uit dat 'wat is', naar dat wat niet is, en schept daarmee al zijn illusies.
De religieuze essentie achter verlichting is dat je vele levens nodig hebt (reïncarnaties) en dat het werelds toneel een leerschool is, die nooit af is, je bent altijd 'al lerende', je bent constant aan het verbeteren, aan het evolueren, als je maar genoeg tijd hebt om het allemaal te verwezenlijken.
Dit idee wijst Krishnamurti stellig af.
Verlichting is altijd een 'NU' moment, niet ingebed in de tijd. Met een waarschuwende vinger wijst hij erop dat wie zichzelf verlicht vindt, het tegendeel is, net zoals iemand die meent een bescheiden nederig iemand te zijn het tegendeel is.
Mensen creëren continue fantasieën, over zichzelf en over elkaar: mensen ontmoeten elkaar als beeldvormingen, men heeft altijd een beeld van iemand, dat beeld is nooit de realiteit, dat beeld is opgebouwd uit tijd/herinnering, (of uit slechts vooroordelen) aan de hand van al die beeldvormingen hebben mensen relaties met elkaar. Of juist géén relaties.
Het lijkt er eerder op, dat we als mensen de realiteit ontwijken, de constante beeldvormingen van de geest belemmeren het zicht op dat wat is, dat wat is, is per slot de énige realiteit...…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten