zondag 4 november 2018

'Als een kind het niet mag zien, is er iets niet pluis'

"We hoeven er niet aan te denken als we dat niet willen. We verstoppen het leed onder grijze punt­daken. In anonieme rijen liggen langwerpige ge­bouwen tussen de weiden bij dorpen als Hedel, Grubbenvorst en Finsterwolde (De auteur is een Nederlander, nvdr.). Zeven industriedie­ren per Nederlander. Je zou over ze moeten strui­kelen, maar waar zijn ze allemaal? Open de deur van zo'n megastal en ze stuiven weg voor je voeten. Kippen zover je kijkt, meer dan tienduizend in een schuur. Een zee van gelige pluimbollen in tl-licht. Doe de deur weer dicht en ze lijken verdwenen. We verstoppen het leed in ondefinieerbare schijven en ballen. We lopen langs de schappen en kiezen uit de plastic bakjes. Een glimmende witte lap. Een ro­ze substantie die door een molen is gegaan. Iets in een jas van krokante korrels. En we verstoppen het leed met de verhalen die we vertellen. Over de na­tuur, over het dier en de dood, over hoe het nou eenmaal werkt, of vlug over iets anders.
 Als veganist raak je er snel aan gewend dat je aan iedereen moet uitleggen waarom. Meestal kan ik dat wel. Maar toen het zevenjarige dochter­tje van een vriend het vroeg, wilden de woorden op­eens niet komen. We zaten aan tafel en mijn vriend serveerde het vlees apart. Met grote ogen zag zijn dochter dat ik dat niet hoefde, terwijl zij tot haar gruwel altijd álles moest eten, zelfs zoiets kokhals­ranzigs als groente. 'Erik eet geen vlees,' zei mijn vriend. O. Waarom niet?
Ik zocht naar het begin van mijn verhaal. De stal­len misschien. De dieren die zo dicht op elkaar zijn gepakt dat ze zich niet kunnen omdraaien. De har­de, smerige vloeren waarop ze de hele dag staan en slapen, in hun eigen poep, tot hun poten zweren. De lucht die zo benauwd en zuur is dat ze het aan hun longen krijgen.
Ik wist niet zo snel met welke woorden ik een kind van zeven moest uitleggen dat kalfjes in de vee-industrie vaak meteen na hun geboorte alleen worden opgesloten. Het voelde veel te ongemakke­lijk om te vertellen over doorgefokte rassen, over dieren die zo snel groeien dat hun vlees ontsteekt en ze nog voor ze volwassen zijn door hun poten zakken. Ik proefde de woorden. 'Ik eet geen vlees omdat veel van die dieren pas voor het eerst bui­ten komen als ze op transport gaan, hardhandig bijeengepropt in slecht doorluchte vrachtwagens, met onvoldoende water en voedsel, voor panieke­rige tochten die soms door heel Europa gaan, door de verzengende hitte van Spanje of de vrieskou van Rusland, omdat ze daar voor een paar cent min­der geslacht kunnen worden.' Gezellig, oom Erik op bezoek, de kinderen huilend aan tafel. Ik was nog nooit door een zevenjarige gevraagd naar de twee miljoen dode dieren per dag, alleen al in Ne­derland. Ik kwam er duidelijk even niet uit.
'Omdat ik het zielig vind voor de dieren,' zei ik kortaf, en ik begon snel over iets anders."
bron en (hele) tekst : Knack

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

“The Bible Commands Genocide!” // De Bijbel Beveelt Genocide

E lke kritische christen of andersgezind gelovige heeft zich ongetwijfeld deze vragen gesteld: Meer dan het 'kwaad in de mens' is ...