Tegenover die zinloosheid staat de "stoïcijnse levenshouding", nu ja tegenover? Over de stoïcijnse levenshouding kun je van alles lezen. (Daarover nog meer.)
Samengevat: Mensen hebben nooit goed geweten of begrepen, waarom ze er eigenlijk waren, en hoe ze moesten omgaan met hun emoties, en bedachten tig-filosofieën om je doorheen het leven te 'loodsen'. Bij de geboorte kregen we nu eenmaal geen beschrijving mee of een routekaart, hoe we veilig door het leven zouden kunnen gaan, zonder al te veel zelfschade en het liefste om ook niet al teveel schade bij anderen aan te richten. (Maar eigenbelangen en andermans eigenbelangen willen nu eenmaal doorgaans niet stroken.)
Hoewel de stoïcijnse levenshouding met laatste niet zo schijnt te zitten, het heeft meer te doen met hoe put je zoveel mogelijk uit het bestaan voor je eigen genoegens, bovendien is 'het lijden aantrekken van een ander' ook schadelijk voor jezelf (je zou dan kunnen mede/lijden.) Het beste leef je dus algeheel onverschillig. Of je leeft, meer volgens de Boeddhistische filosofie, onthecht. Maar onverschilligheid of onthechting staan niet echt haaks op elkaar, beide zijn vindingen van de menselijke geest, om te willen ontkomen aan het lijden.
Wider Útsjoch:
'Overigens geldt, wat onverschilligheid betreft, dat mensen over het algemeen al gauw murw worden van het bestaan; onverschilligheid is geen levenshouding die men door filosofische oefening moet aanleren, een enkel sterfgeval -de dood van een goede vriend- volstaat om de rest van je leven afgestompt door het leven te gaan. De hoeveelheid leed die de doorsnee mens verdragen kan is beperkt; bedruip het leed van een mens bovendien met het voortdurend aanwezige besef dat het bestaan fataal is, en je hebt zijn ontvankelijkheid voor het lijden van mensen en dieren voorgoed gedempt.'
En verder:
'Onverschilligheid is feitelijk helemaal geen levenskunst, maar afstomping en overgave; het is geen verzet tegen het noodlot, maar het is nog een variatie op de vele manieren waarop aangetoond kan worden dat het bestaan fataal is. Het inzicht dat ons bestaan noodlottig is, doet ons verlangen naar de dood zonder dood te zijn. Onverschilligheid is een minder hardvochtig en onomkeerbaar alternatief voor zelfmoord- en net als zelfmoord is het geen interessant filosofisch thema, daar het leven zelf zulke oplossingen als zelfmoord en afstomping aan ons opdringt, zonder dat het ons tot een weldoordachte keuze noopt. Ons bestaan is immers noodlottig met zo'n onherroepelijke persistentie, dat de sensitiviteit van vrijwel alle mensen op den duur in onverschilligheid smoort. Onverschilligheid en de dood zijn één stadium, hooguit verkeren ze in verschillende toestand van aggregatie- zo zijn ook water en ijs niet wezenlijk verschillend.'Uit: Beknopt feuilleton voor teleurgestelde mensen, afl: 15 (vervolg/ fragment)
De teksten van 'Prediker' vallen in het niet, bij deze trieste opsommingen van het Wijde uitzicht, met glimlach..
Of deze teksten waar zijn weet ik niet, de ontvankelijkheid juist voor het lijden, zou immers ook door het 'eigen lijden' kunnen toenemen en intensiveren, omdat je het lijden kent voel je het lijden bij een ander. Maar een teveel aan lijden zou kunnen leiden tot een afstompende levenshouding.
Onverschilligheid is een methode, zoals ook zogeheten onthechting een methode is, om je af te zetten tegen lijden. Als je jezelf zo min mogelijk aantrekt van de wereld buiten je en om je heen, om zelf zoveel mogelijk plezier te ervaren, zal de botheid zelf van je bestaan worden ervaren als leed. (Of je wordt een zware crimineel.) Onverschilligheid zal bovendien het leed in universele betekenis vergroten zo het dit niet al doet.
Hechten aan zoveel zaken, als ook emoties en gevoelens, verwachtingen en dromen, het behaalbare of reeds bereikte succes et cetera, daar tegenover staat het verlies ervan, en het belangrijkste van al je verlies is je leven zelf. Tenzij je niet hecht aan dat leven, daarbij moet je jezelf dringend afvragen of je nog serieus bezig bent, tenzij je in hoge mate suïcidaal bent.
Over de onderhand eindeloze methodes die beschreven zijn doorheen tijden en in tig boeken en bestsellers (dit type boeken zijn doorgaans sowieso dé bestsellers omdat zo ontzaglijk veel mensen het gewoonweg niet meer weten, hoe ze nog de ene na de andere voet moeten zetten..) wil men mensen door het leven loodsen, zoals een schip in meest veilige wateren, en alleen wanneer men in zichzelf volkomen eerlijk is, weet men dat dit alles falende is. Het is onmogelijk, om aan alles te ontkomen wat het leven je zal toewerpen, schier onmogelijk, al betrof het slechts die éne auto die je net niet zag aankomen bij het oversteken, en waardoor je nu levenslang bent verlamd....
Dat is 'the point' in de betogen van Jan Auke, het is zijn aard van verzet tegen de veelal 'naturalistische beweringen', dat je zonder geloof en God een plezierig bestaan kunt hebben en dat vooral ook moet najagen, dat je het uiterste eruit moet halen en bereiken wat er valt te bereiken, dat is het stoïcijnse idee, of anders geformuleerd, aangezien je alleen het 'natuurlijke bestaan' rest, kun je dat het beste benutten in zijn "volle omvang". Dat ook dit veelal lóze woorden zijn, alleen reeds vanuit de beperkingen van ieder mensenbestaan, en de reeds fataliteit van bestaan zelf, die onvermijdbaar zo niet onherroepelijk is.
De vraag op het slot die mij wat bezighoudt is evenwel, als het inderdaad zo mag worden omschreven, dat het bestaan fataal is, hoe valt dat nog te rijmen met een geloof in God, heeft die God deze fataliteit van het bestaan (voor ieder van ons) bepaalt? Of rest de mens enkel nog de behoorlijk vage hoop, dat God ons uit deze fataliteit vermag te verheffen?
Of deze teksten waar zijn weet ik niet, de ontvankelijkheid juist voor het lijden, zou immers ook door het 'eigen lijden' kunnen toenemen en intensiveren, omdat je het lijden kent voel je het lijden bij een ander. Maar een teveel aan lijden zou kunnen leiden tot een afstompende levenshouding.
Onverschilligheid is een methode, zoals ook zogeheten onthechting een methode is, om je af te zetten tegen lijden. Als je jezelf zo min mogelijk aantrekt van de wereld buiten je en om je heen, om zelf zoveel mogelijk plezier te ervaren, zal de botheid zelf van je bestaan worden ervaren als leed. (Of je wordt een zware crimineel.) Onverschilligheid zal bovendien het leed in universele betekenis vergroten zo het dit niet al doet.
Hechten aan zoveel zaken, als ook emoties en gevoelens, verwachtingen en dromen, het behaalbare of reeds bereikte succes et cetera, daar tegenover staat het verlies ervan, en het belangrijkste van al je verlies is je leven zelf. Tenzij je niet hecht aan dat leven, daarbij moet je jezelf dringend afvragen of je nog serieus bezig bent, tenzij je in hoge mate suïcidaal bent.
Over de onderhand eindeloze methodes die beschreven zijn doorheen tijden en in tig boeken en bestsellers (dit type boeken zijn doorgaans sowieso dé bestsellers omdat zo ontzaglijk veel mensen het gewoonweg niet meer weten, hoe ze nog de ene na de andere voet moeten zetten..) wil men mensen door het leven loodsen, zoals een schip in meest veilige wateren, en alleen wanneer men in zichzelf volkomen eerlijk is, weet men dat dit alles falende is. Het is onmogelijk, om aan alles te ontkomen wat het leven je zal toewerpen, schier onmogelijk, al betrof het slechts die éne auto die je net niet zag aankomen bij het oversteken, en waardoor je nu levenslang bent verlamd....
Dat is 'the point' in de betogen van Jan Auke, het is zijn aard van verzet tegen de veelal 'naturalistische beweringen', dat je zonder geloof en God een plezierig bestaan kunt hebben en dat vooral ook moet najagen, dat je het uiterste eruit moet halen en bereiken wat er valt te bereiken, dat is het stoïcijnse idee, of anders geformuleerd, aangezien je alleen het 'natuurlijke bestaan' rest, kun je dat het beste benutten in zijn "volle omvang". Dat ook dit veelal lóze woorden zijn, alleen reeds vanuit de beperkingen van ieder mensenbestaan, en de reeds fataliteit van bestaan zelf, die onvermijdbaar zo niet onherroepelijk is.
De vraag op het slot die mij wat bezighoudt is evenwel, als het inderdaad zo mag worden omschreven, dat het bestaan fataal is, hoe valt dat nog te rijmen met een geloof in God, heeft die God deze fataliteit van het bestaan (voor ieder van ons) bepaalt? Of rest de mens enkel nog de behoorlijk vage hoop, dat God ons uit deze fataliteit vermag te verheffen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten